Grote Kerk Oss Heilig Hart Oss Willibrordus Berghem Servatius Megen Lambertus Haren Petrus' Banden Macharen
Grote Kerk Oss Heilig Hart Oss Willibrordus Berghem
Servatius Megen Lambertus Haren Petrus' Banden Macharen



Nieuwjaarsreceptie

gepubliceerd: zondag, 15 januari 2023
Nieuwjaarsreceptie
(foto: Jan Janssen)

Nooit te oud om te leren is het gezegde en ik geloof dat het waar is. Zo hoorde ik eigen­lijk toch wel erg laat, dat het niet passend is een brief met “ik” te beginnen. Daar heb ik begrip voor, maar wel eens tegen gezon­digd?

Ik vrees het ja. Er dan bij het schrijven van een ver­slag(je) ook reke­ning mee hou­den lijkt me niet onlo­gisch, maar het kan enige oplettend­heid vragen. Je begint name­lijk niet met hoe een buurman iets vond of wat zijn vrouw ervan zei, maar ik ging van­mor­gen niet naar de kerk met het rotsvaste voor­ne­men om na thuis­komst van de op die Heilige Mis volgende receptie meteen achter mijn com­puter te kruipen om er iets van te ver­woor­den. Daar ontkwam ik echter niet aan; terecht of niet: ik meende me er niet aan te mogen ont­trek­ken!

In zijn preek in de Heilige Mis begon de pastoor al over Drie Koningen, waarop hij ver­derop in die preek ook nog terugkwam. In het pa­ro­chie­cen­trum waar hij in zijn nieuw­jaarsbetoog aar­dig uit­voerig inging op de catechese - voor jong en oud - in onze pa­ro­chie en op het feit dat kin­de­ren niet meer als groep de eerste Heilige Communie doen, maar na een meer per­soon­lijk gerichte voor­be­rei­ding - wanneer ze er aan toe zijn - als individu (zelf­stan­dig persoon). Over aan­vra­gen voor nieuwe kerk­ge­bouwen geen woord. Integen­deel: de beschik­ba­re “kerk­ruim­te” overtreft de behoefte eraan ruim­schoots. Daarom wordt uitgekeken naar en actief gedacht over een andere benut­ting van som­mi­ge kerken, waarbij de Vissers­kerk vooraan lijkt te staan voor een ge­wij­zigde bestem­ming.

Maar hierboven wer­den die Drie Koningen al een paar keer genoemd en de pastoor was nau­we­lijks uit­ge­spro­ken of de Drie Koningen kwamen en­thou­siast zingend en begeleid met gitaar­mu­ziek van kape­laan Renders binnen. En dit was geen gevolg van verdwalen: de ster was erbij! En de kameel? Ik ver­on­der­stel dat hij het en­thou­sias­me van de koningen niet heeft kunnen bijbenen; hij was er niet (meer?) bij en kwam ook niet af op het opnieuw zingen van de koningen. Ondertussen en daarna wer­den her en der nog wat han­den geschud, waaraan mijn vrouw en ik uiter­aard hebben mee­ge­daan, al hield ik het gevoel over dat ik er nog meer had moeten schud­den. Maar rus­tig, gezellig zitten te praten en dan van de ene naar de andere tafel lopen? Er zijn mensen die dat beter afgaat.

Wel stel ik weer vast dat ons blijde evan­ge­lie ook leidt tot blije, gezellige bij­een­komsten, waartoe de onvolprezen bedie­ning van de vrij­wil­li­gers met het aandragen van koffie, thee, een ander drankje en een keur van hapjes de basis vormt. Niemand maakt dan ook snel aanstalten om weg te komen. Als we dan toch maar eens besluiten te ver­trek­ken en ik tegen de vrouw van de huis­baas zeg dat ze het te gezellig maken en de mensen daarom blijven plakken, hoor ik dat dat opzet is.

Wanneer er sprake is van opzet, hoeft dat dus niet persé kwade opzet te zijn; het kan dus ook opzet betreffen, waarvoor echt wel wat te zeggen valt.

Getekend Jan van Asseldonk

Fotoserie

Klik op een foto voor een uitvergroting.