Grote Kerk Oss Heilig Hart Oss Willibrordus Berghem Servatius Megen Lambertus Haren Petrus' Banden Macharen
Grote Kerk Oss Heilig Hart Oss Willibrordus Berghem
Servatius Megen Lambertus Haren Petrus' Banden Macharen



Pasen: niet te filmen!

gepubliceerd: woensdag, 28 februari 2024

In het nieuwe pa­ro­chie­blad van maart - onderweg naar Pasen, heeft diaken Pieter Raaijmakers een ‘column’ ge­schre­ven over het lij­dens­ver­haal van Christus.

Pasen: niet te filmen!

Het eerste, en het enige, wat ik mij herinner van Pasen uit mijn kin­der­tijd is de kruis­weg.

Ik denk dat ik een jaar of zes/zeven was toen wij met de klas deelnamen aan de kruis­weg op Goede Vrij­dag. Wat een verschil trouwens met te­gen­woor­dig; toenter­tijd, lag de hele samen­le­ving nog plat om 15.00 uur! Maar goed, ik dus achter de pastoor en ons klasje aan, naar de eerste statie en zo ver­der... Ik denk dat ik al bij de tweede statie liep te huilen: “Wat een verschrik­king! Die lieve Jezus die daar met een kruis op Zijn nek loopt en ook nog eens struikelt met dat zware ding, terwijl een stel soldaten Hem opjagen om ver­der te gaan!” En dat moest dan gebeuren, zo hoorde ik, “opdat de Schrift vervuld zou wor­den”. “Wat is dat toch voor een Schrift waar zo’n verschrikke­lijke onzin in staat!? Scheur dan dat schrift toch kapot!”, zo dacht ik vanuit mijn kin­der­lijk begrip van die tijd.

En zo heeft het dus ook heel veel jaren geduurd, voordat ik kon beamen dat Pasen eigen­lijk een veel be­lang­rijker feest is dan Kerst­mis. Ik snapte er trouwens helemaal niks van, al die ker­ke­lijke ‘feesten’ van mensen die gemar­teld wer­den. Wat viel daar nou te ‘feesten’?

Eigen­lijk heeft de film ‘Jesus Christ Superstar’ (de eerste versie) mij pas weer nieuws­gie­rig gemaakt. Ik was onder de indruk van het feit dat de leer­lin­gen daar ge­pre­sen­teerd wer­den als gewone mensen met een spijker­broek in plaats van een gou­den aureool om hun hoofd. En het laatste gebed van Jezus in de hof van Olijven, waar Jezus nota bene als een gewoon mens, dezelfde vragen scheen te hebben als ik: “Waarom? Waar is Mijn sterven goed voor?” Dat was on­ver­ge­te­lijk. Tenslotte de overgave van Jezus, niet echt begrijpend, maar wel ver­trouwend op de weg die de Vader met Hem ging. Door de dood naar het leven. God die groter is dan wat mensen voor moge­lijk hou­den. Geloof in de ver­rij­ze­nis is hèt centrale gegeven waar­mee heel de Kerk staat of valt. De basis voor elke eucha­ris­tie­vie­ring, maar geen een­vou­dige zaak. Mijn vrouw, die leer­kracht is op de basis­school, heeft het vaak gezegd: “Kerst is zoveel ge­mak­ke­lijker uit te leggen aan de kin­de­ren dan Pasen. Dat er een kindje geboren is, dat snappen ze allemaal, maar dat iemand uit de dood is opgestaan...” Daar valt voor een gewoon mens toch eigen­lijk geen voor­stel­ling van te maken.

En dat willen wij zo graag, dat we het zelf met eigen ogen zien. Het is ons niet gegeven. De ver­rij­ze­nis is niet te filmen of te fotograferen. Ik ben opgegroeid met de bood­schap dat alles wat het geloof betreft een groot mysterie is en juist daardoor heb ik de nei­ging ont­wik­keld tot het tegen­deel: alles bevragen tot op het bot. Ik ben dus bij pastoors en bis­schop­pen op bezoek geweest en heb hen gevraagd, niet naar de termen en de woor­den waarin het Evan­ge­lie en de Kerk over Ver­rij­ze­nis spreken, maar wat zij zelf echt geloven. “Gelooft u dat Jezus dood was en weer als een levende opgetre­den is, en dan niet sym­bo­li­sch of zoiets, maar echt?” Ze hebben allemaal hun best gedaan om deze “ongelo­vi­ge Thomas” te overtuigen, maar niemand kon mij het bewijs leveren voor de Ver­rij­ze­nis.

Te­gen­woor­dig zijn er twee redenen voor mij om in de Ver­rij­ze­nis te geloven; de eerste is omdat Jezus het zelf gezegd heeft. Jezus liegt nooit. En ten tweede omdat de leer­lin­gen het overal rondgebazuind hebben. En dan niet om sen­sa­tie te ver­sprei­den maar omdat ze het zeker wisten. Sensatie ver­sprei­den kan leuk zijn, maar toch niet als je dat met je leven moet bekopen. En zo is eigen­lijk elke Eucha­ris­tie­vie­ring een soort Pasen voor mij. Steeds weer de erva­ring dat God zoveel van mij, van ons, houdt dat Hij bereid is voor ons te sterven. En nog steeds: “Niet te filmen!”

Pieter Raaijmakers