Pasen: niet te filmen!
In het nieuwe parochieblad van maart - onderweg naar Pasen, heeft diaken Pieter Raaijmakers een ‘column’ geschreven over het lijdensverhaal van Christus.
Pasen: niet te filmen!
Het eerste, en het enige, wat ik mij herinner van Pasen uit mijn kindertijd is de kruisweg.
Ik denk dat ik een jaar of zes/zeven was toen wij met de klas deelnamen aan de kruisweg op Goede Vrijdag. Wat een verschil trouwens met tegenwoordig; toentertijd, lag de hele samenleving nog plat om 15.00 uur! Maar goed, ik dus achter de pastoor en ons klasje aan, naar de eerste statie en zo verder... Ik denk dat ik al bij de tweede statie liep te huilen: “Wat een verschrikking! Die lieve Jezus die daar met een kruis op Zijn nek loopt en ook nog eens struikelt met dat zware ding, terwijl een stel soldaten Hem opjagen om verder te gaan!” En dat moest dan gebeuren, zo hoorde ik, “opdat de Schrift vervuld zou worden”. “Wat is dat toch voor een Schrift waar zo’n verschrikkelijke onzin in staat!? Scheur dan dat schrift toch kapot!”, zo dacht ik vanuit mijn kinderlijk begrip van die tijd.
En zo heeft het dus ook heel veel jaren geduurd, voordat ik kon beamen dat Pasen eigenlijk een veel belangrijker feest is dan Kerstmis. Ik snapte er trouwens helemaal niks van, al die kerkelijke ‘feesten’ van mensen die gemarteld werden. Wat viel daar nou te ‘feesten’?
Eigenlijk heeft de film ‘Jesus Christ Superstar’ (de eerste versie) mij pas weer nieuwsgierig gemaakt. Ik was onder de indruk van het feit dat de leerlingen daar gepresenteerd werden als gewone mensen met een spijkerbroek in plaats van een gouden aureool om hun hoofd. En het laatste gebed van Jezus in de hof van Olijven, waar Jezus nota bene als een gewoon mens, dezelfde vragen scheen te hebben als ik: “Waarom? Waar is Mijn sterven goed voor?” Dat was onvergetelijk. Tenslotte de overgave van Jezus, niet echt begrijpend, maar wel vertrouwend op de weg die de Vader met Hem ging. Door de dood naar het leven. God die groter is dan wat mensen voor mogelijk houden. Geloof in de verrijzenis is hèt centrale gegeven waarmee heel de Kerk staat of valt. De basis voor elke eucharistieviering, maar geen eenvoudige zaak. Mijn vrouw, die leerkracht is op de basisschool, heeft het vaak gezegd: “Kerst is zoveel gemakkelijker uit te leggen aan de kinderen dan Pasen. Dat er een kindje geboren is, dat snappen ze allemaal, maar dat iemand uit de dood is opgestaan...” Daar valt voor een gewoon mens toch eigenlijk geen voorstelling van te maken.
En dat willen wij zo graag, dat we het zelf met eigen ogen zien. Het is ons niet gegeven. De verrijzenis is niet te filmen of te fotograferen. Ik ben opgegroeid met de boodschap dat alles wat het geloof betreft een groot mysterie is en juist daardoor heb ik de neiging ontwikkeld tot het tegendeel: alles bevragen tot op het bot. Ik ben dus bij pastoors en bisschoppen op bezoek geweest en heb hen gevraagd, niet naar de termen en de woorden waarin het Evangelie en de Kerk over Verrijzenis spreken, maar wat zij zelf echt geloven. “Gelooft u dat Jezus dood was en weer als een levende opgetreden is, en dan niet symbolisch of zoiets, maar echt?” Ze hebben allemaal hun best gedaan om deze “ongelovige Thomas” te overtuigen, maar niemand kon mij het bewijs leveren voor de Verrijzenis.
Tegenwoordig zijn er twee redenen voor mij om in de Verrijzenis te geloven; de eerste is omdat Jezus het zelf gezegd heeft. Jezus liegt nooit. En ten tweede omdat de leerlingen het overal rondgebazuind hebben. En dan niet om sensatie te verspreiden maar omdat ze het zeker wisten. Sensatie verspreiden kan leuk zijn, maar toch niet als je dat met je leven moet bekopen. En zo is eigenlijk elke Eucharistieviering een soort Pasen voor mij. Steeds weer de ervaring dat God zoveel van mij, van ons, houdt dat Hij bereid is voor ons te sterven. En nog steeds: “Niet te filmen!”
Pieter Raaijmakers