Voorbereiding op de sacramenten
Hoe het ging en hoe het gaat
Nog tot enkele tientallen jaren terug werd er, op de toen nog katholieke scholen, geloofsonderricht gegeven. Tot aan de jaren 1965-66 en soms zelfs nog in 1970. Er werd gebeden, uit de Bijbel gelezen en er werd catechese gegeven. De leer en de praktijk van de Katholieke Kerk werden onderricht, de kinderen op de basisschool ontvingen Godsdienstles als een duidelijk en belangrijk vak. Zo werd de voorbereiding op de Eerste heilige Communie en het Vormsel tijdens schooltijd en in school gegeven. De pastoor kwam van tijd tot tijd langs en de kinderen gingen klassikaal naar de Kerk voor de h. Mis en de Biecht.
Met de uitkomst en de uitleg van het Tweede Vaticaans Concilie, wat voornamelijk van Nederlandse makelij was, werd in Nederland gevoeglijk alles uit de school gehaald wat maar riekte of verbonden was met godsdienst. Niet alleen uit school maar uit de hele maatschappij: een vervreemding die secularisatie wordt genoemd.
Het effect daarvan komen we nu tegen. In een familie van drie generaties weten er twee niets meer van de Bijbel, over bidden en over katholiek leven in en buiten de Kerk. De eerste generatie weet daar nog wel van maar wil er niets meer mee te maken hebben. Aangeprate en klakkeloos overgeleverde vooroordelen, overgenomen trauma’s, gepaard aan economische welvaart, sociale zekerheid en multiculturele invloeden, leidden tot een totale vervreemding van alles wat met de Katholieke Kerk te maken heeft.
Een effect van dit alles is dat de mens door een gemis aan kennis en informatie maar ook door misleiding, heftig op zoek is naar spiritualiteit en zingeving. Echter de Kerk om de hoek is een museum of architectonisch monument geworden. “Historisch erfgoed” met prachtige, waardevolle kunst.
Feitelijk is er een gigantisch gebrek aan kennis en zitten we met verwarde en verziekte antwoorden op de vraag naar de zin van het leven. Duidelijk af te lezen is dat aan het hulpeloos grijpen naar zelfbeschikking in al haar vormen: euthanasie, abortus en genderverandering. Omdat elk perspectief ontbreekt weet men ook geen raad meer met het lijden. Economisch belang, prestatiedrang en carrièredruk zijn bepalend geworden voor ons handelen en doen en maken dat bijvoorbeeld zwangerschap eerder als een groot probleem gezien wordt dan als een geschenk.
Als vanuit een authentiek verlangen de vraag opkomt naar het hogere, als er een natuurlijk verlangen ontstaat om zich aan een hogere macht te kunnen toevertrouwen zonder economisch of materieel belang, zoekt men zich rot bij allerlei bewegingen, groepen en sekten om een antwoord te vinden naar de fundamentele vraag naar de zin van het leven.
Als dan op een verjaardagsfeestje of bij een bezoek aan opa of oma een verhaal voorbij komt over vroeger, kan er plotseling een kleine vingerwijzing richting geloof ontstaan: hoe vroeger de pastoor of de juffrouw op school toch wel prachtig vertelde uit dat boek wat de Bijbel heet en hoe oma als bruidje meeliep in de processie en opa als misdienaar stiekem van de miswijn snoepte. Dan kan er iets worden losgeschud in dat onderbewuste verlangen naar God en geloof. Er groeit bij de derde of vierde generatie een vraag naar dat mysterie dat ‘geloven op zijn katholieks’ heet, en ook naar de praktische gebeurtenissen die er bij horen: soms betiteld als “doping”, een “tosti” halen of “de klap in je gezicht van een soort Sinterklaas figuur”. Alles heet dan ook ‘een Mis’. “Waar zit die man die pastoor heet? Wanneer kan ons kind de Communie doen en wat kost dat?”
Het absolute gebrek aan kennis, aan wetenschap over wie Jezus is , aan vertrouwd zijn met gebed en de zondagse kerkgang is niet meer aan te vullen met een paar uurtjes kindercatechese die vooraf gaan aan “de grote dag”. We kunnen niet meer volstaan met acht uurtjes vertellen over Jezus, de Kerk, de Mis en de Communie of het Vormsel. Helemaal niet als moeder de kinderen aflevert met de vraag hoe laat zij hem/haar weer op moet halen.
Het vraagt om een diepgaande herbezinning over het hoe, het waarom en de praktijk van het katholieke geloof; een daadwerkelijk komen tot een hernieuwde praktijk van Christelijk leven en geloven.
De eerste vraag uit de catechismus: ’waartoe zijn wij op aarde?’ roept de vraag op die wij ons allemaal moeten stellen; Wat wil God eigenlijk van mij? Wat is dan geloven precies, wie is Jezus dat ik bij Hem wil horen en Hem wil volgen in mijn leven? Wat is het katholieke geloof waard? Wat heb je er aan? Wat willen we daarvan doorgeven aan onze kinderen?” Pas dan kunnen we een zinnig antwoord geven op de vraag: Kan ons kind de Communie doen en wanneer?
Als conclusie van dit alles hebben wij het plan opgevat om de groepsgewijze 1ste H. Communie-en Vormselvieringen te verlaten. Wij willen doorheen het jaar catechese aanbieden voor het hele gezin. Kinderen en ouders, op eigen tijd en leeftijd, gekoppeld aan de zondagsvieringen. Wij willen komen tot een persoonlijke begeleiding met een persoonlijke keuze voor de Sacramenten. Niet meer omdat je toevallig in “die groep” zit, bepaalt of je de Eerste h. Communie zult doen, maar: “hoe je staat in de relatie met God en met Jezus?”
Het is zonde om een dergelijk wezenlijke keuze in en voor je leven te maken onder het stof van jarenlange tradities; “Zo hebben we het toch altijd gedaan”. Niet hoe we het altijd gedaan hebben is belangrijk, maar of werkelijke verrijking mogelijk is.
Daarop willen wij in het komende jaar in een nieuwe opzet voor de 1e Communie het Vormsel, de kinder- catechese en de tiener- catechese, maar ook de vorming van de ouders, onze beste vermogens inzetten.Gewoon omdat iedere mens de moeite waard en kind van God is.
Op 13 oktober 2020 hadden we een eerste informatieavond waarin we met belangstellenden onze visie hebben gedeeld. Wij stellen het erg op prijs als mensen met ons mee willen denken.
Graag even aanmelden via: catechese@parochiewillibrordus.nl
Meer informatie vind je op deze website onder activiteiten.
Pastoor Roland Kerssemakers
en nieuwe Catechese Werkgroep
van de Parochie Willibrordus Oss