Martelaarschap van de ‘onnozele’ kinderen
De Katholieke Kerk viert op 28 december het feest van de Heilige Onnozele Kinderen. Het woord neigt ons op het verkeerde been te zetten, maar met ‘onnozele kinderen’ worden de onschuldige jongetjes van Bethlehem bedoeld die in opdracht van koning Herodes werden vermoord. Omdat zij stierven in de plaats van het Kerstkind worden zij als martelaren vereerd. Vandaag sturen zij ons deze ‘Brief uit de hemel’.
“Vandaag zijn wij de baas. Wij mogen bepalen wat de grote mensen doen. Wij mogen zeggen wat er gegeten wordt. Dat hoort zo op ons feest, Onnozele Kinderen.
Eigenlijk zijn dat vrolijke gebruiken bij zo’n grimmig gebeuren. Alle kinderen beneden de twee jaar in koelen bloede afgemaakt door het leger. Dat is op zich al waanzinnig. Maar de reden is nog gekker. De koning was bang dat de Messias geboren zou zijn, de persoon op wie ons volk al honderden jaren zat te wachten. Degene die namens God van onze wereld een paradijs zou maken. Hij was bang dat die inderdaad geboren zou zijn. “En heel Jeruzalem met hem!” Kan het nog gekker? En omdat hij die goddelijke koning niet wilde, hebben wij daarvoor moeten betalen met ons leven.
Onvoorstelbaar eigenlijk. Hoewel, gaat de wereld die u bewoont, zoveel zuiniger met kinderen om? O ja, ik begrijp het: wat kunt u er aan doen dat er in Afrika oorlogskinderen rondlopen met de gruwelijkste wapens? Dat er in Afrika duizenden kinderen hun ouders hebben verloren aan geweld en ziektes als AIDS. Dat de kinderen in Gaza bijna sterven van de honger? Dat de vluchtelingenkampen vol kinderen zitten? Dat er aan de ene kant van de wereld kinderarbeid bestaat waardoor u aan uw kant van de wereld in de winkel geen dief van eigen portemonnee hoeft te zijn? Ik weet het: daar kunt u niets aan doen... Hoewel, helemaal niets? U kunt bidden, u kunt ermee begaan zijn, u kunt met geld en goederen bijdragen aan projecten, u kunt op verjaardagen en waar dan ook, zeggen hoe u erover denkt.
Weet u, ooit vroeg iemand die in de Derde Wereld werkte aan rijke jongeren of ze iets wilden bijdragen voor het welzijn van die arme kinderen ver weg. Die jongeren voelden er niet veel voor. Eén van hen zei: “Ja, maar is dat allemaal geen druppel op een gloeiende plaat?” En wat antwoordde die welzijnswerker? “Dat heb ik nog nooit een kind horen zeggen dat door ons geholpen werd.”
Nee, wij mogen dan Onnozele Kinderen heten, maar wij zitten wel degelijk in over het lot van kinderen op uw wereld. Hoe zit het met de aandacht voor die kinderen? Vraag eens aan ouders bij u in de buurt hoeveel tijd ze per dag besteden aan hun kinderen en hoeveel aan werk en andere dingen? En hoorden wij onlangs niet een politiecommissaris uit uw streken zeggen dat kinderen die herhaaldelijk in de fout gaan niet zo soft moeten worden aangepakt en veel strenger gestraft moeten worden? Dan konden zij tenminste geen rottigheid meer uithalen en de maatschappij zou veiliger worden: twee vliegen in één klap.
Hoe logisch die gevoelens ook zijn, ze staan wel heel ver af van het Evangelie. Vertelde Jezus daar niet dat Hij het liefste de negenennegentig goede schapen in de steek liet om achter het afgedwaalde aan te gaan? Wie laat dat geluid nog horen in uw samenleving? Het geluid van het Evangelie. Van aandacht voor kinderen en vooral voor degenen die afdwalen. Wie is er nog begaan met hen? Waar is nog de levenshouding van Jezus in uw midden? Als die er niet is, of wordt afgedaan als te soft of onrealistisch, dan zijn wij, Onnozele Kinderen, voor niets gedood.
Nou, we gaan weer spelen. Wij wensen u nog prettige feestdagen!”