Boeiende analyse van Mgr. Mutsaerts
Uitgesproken op de Catholic Identity Conference in Pittsburg
Op 4 oktober j.l. heeft Mgr. Mutsaerts gesproken op de jaarlijkse Catholic Identity Conference (CIC) in Pittsburg. Samen met drie andere bisschoppen werd er door Mgr. Mutsaerts een plechtige akte van eerherstel volbracht in verband met de ontheiliging van het Jubeljaar en de Sint-Pietersbasiliek door “LGBTQ+”-activisten, begin september.
Hieronder treft u de vertaling van zijn redevoering, leestijd +/- 25 min.
(tussenkopjes toegevoegd door de websiteredactie)
Waar Christus niet Koning is, heerst chaos
Iedereen spreekt over de crises van onze tijd: politieke verdeeldheid, economische onzekerheid, de dreiging van oorlog. Maar onder al deze onrust schuilt een diepere crisis die vaak over het hoofd wordt gezien: een spirituele crisis. Zoals mijn held Chesterton ooit opmerkte, hebben we de neiging ons zorgen te maken over de verkeerde gevaren. We vrezen oorlogen en financiële ineenstortingen, terwijl de werkelijke bedreiging de morele en spirituele corruptie is die aan de ziel knaagt.
In de kern heeft onze moderne wereld de spirituele dimensie verwaarloosd. Het is niet zozeer de chaos om ons heen, maar de leegte in onszelf die de samenleving destabiliseert. Mensen raken de weg kwijt omdat ze niet meer weten waarom ze hier zijn - wat een diep spiritueel probleem is. We hebben hogere doelen en een moreel kompas nodig, niet slechts nieuwe politieke slogans. Wanneer de mensheid haar blik van God afwendt, ontstaat er een vacuüm dat gevuld is met substituten: ideologieën, rages en obsessies die ongemak misschien maskeren, maar nooit helen.
In een tijd waarin geloof nog leefde, gebeurde het onmogelijke: het christendom veroverde het Romeinse Rijk, bouwde kathedralen, creëerde kunst, literatuur en rechtssystemen. Maar de moderne wereld, die zichzelf rationeel en verlicht noemt, heeft wonderen achter zich gelaten en leeft in spirituele armoede. Ze ontkent het bovennatuurlijke en klaagt er vervolgens over dat het er niet is. Dit is de tragedie van de moderne wereld. Ze zegt: “Toon me een wonder, en dan zal ik geloven.” Maar in werkelijkheid is het andersom: geloof, en dan zul je het wonder zien. Het wonder is niet dat God verschijnt met pracht en praal; het wonder is dat Hij in een werkplaats stond en planken zaagde.
“Afgoderij wordt niet alleen begaan door valse goden te verheffen, maar ook door valse duivels te verheffen; door mensen bang te maken voor oorlog, alcohol of economische wetten, terwijl ze bang zouden moeten zijn voor geestelijke corruptie en lafheid.” - G.K. Chesterton
Deze geestige opmerking uit 1909 klinkt vandaag de dag bijna profetisch. We identificeren allerlei aardse vijanden - van klimaatverandering tot virusuitbraken - en mobiliseren ons ertegen, terwijl we de onzichtbare vijanden van de ziel negeren: zinloosheid, moreel verval en wanhoop. Het is alsof de mensheid bezig is een klein brandje in de voortuin te blussen, terwijl de fundamenten van het huis - de geestelijke grond - langzaam wegzakken.
De opdracht van de apostelen
Een van de meest opmerkelijke en radicale aspecten van Jezus’ zendingsopdracht aan zijn apostelen is zijn opdracht: “Als iemand u niet ontvangt en niet naar u luistert, schud dan het stof van uw voeten als een getuigenis tegen hem.” (Mat. 10:41) Hier zien we iets wat in de moderne tijd bijna ondenkbaar is: de absolute zekerheid van het geloof. Dit is een cruciaal punt: het katholicisme is niet één van de vele mogelijke meningen over God en de wereld. The Truth, the whole Truth and nothing but the Truth (ik ken die zin uit de Amerikaanse tv-serie). En waarheid is geen kwestie van debat, synodaliteit of compromis. De apostelen krijgen niet de opdracht om te debatteren, eindeloos te onderhandelen of zich aan te passen aan de wensen van hun luisteraars. Als iemand niet accepteert wat de apostelen verkondigen, gaan ze verder.
Dit is het tegenovergestelde van het moderne christendom, dat zich vaak verontschuldigt en zich op alle mogelijke manieren verdraait om acceptabel en relevant te blijven voor de seculiere wereld. De opdracht om het stof van hun voeten te schudden is geen oproep tot minachting, maar een teken van de objectieve waarheid van het geloof. Als mensen Christus afwijzen, is dat geen kwestie van interpretatie, maar een tragische verwerping van de werkelijkheid zelf. Hier klinkt een waarschuwing voor de westerse kerk: wees niet bang om impopulair te zijn. De apostelen waren ook niet populair. En toch veranderden ze de wereld.
De apostelen gingen op weg en riepen op om tot inkeer te komen, tot bekering. Geen vage spiritualiteit, geen algemene boodschap van liefde, vrede en begrip, maar bekering - de oproep tot een radicaal nieuwe levenswijze. Religie is niet louter een persoonlijke voorkeur zonder gevolgen. Het christendom is geen optionele spirituele levensstijl. Het is de weg naar verlossing. En daarom is de missie van de apostelen de missie van de Kerk door de eeuwen heen. De Kerk is geen neutrale instelling die cultureel erfgoed bewaart. Ze is een strijder voor de waarheid, een Kerk die zich niet buigt voor de grillen van de tijd, maar haar missie zonder compromissen vervult. De Kerk die haar missie serieus neemt, zal vervolgd worden. De Kerk die probeert de wereld welgevallig te zijn, zal genegeerd worden.
En dan, als hoogtepunt, gaan de apostelen eropuit om boze geesten uit te drijven. Dit is het hoogtepunt van het avontuur: de echte strijd is niet tegen mensen, niet tegen culturen, niet tegen heersers. De echte strijd is tegen de machten van de duisternis. De missie van Jezus is het verslaan van het kwaad. Dat is daarom ook de missie van de Kerk. Het christendom is geen theorie, niet louter moraal, niet een puur menselijke aangelegenheid. Het is een oorlog tegen het kwaad zelf. De moderne wereld heeft de neiging het kwaad te psychologiseren, het te reduceren tot sociale factoren, het als een abstractie te behandelen. Maar het christendom is veel realistischer: het kwaad is een realiteit.
De spirituele oplossing
Omdat de wortel van de crisis spiritueel is, moet de oplossing ook spiritueel zijn. Het is in wezen een strijd om de ziel. We kunnen honderd wetten aannemen en technologische wonderen uitvinden, maar als de ziel ziek is, zullen de symptomen blijven terugkeren. We zien dit duidelijk: welvaart en wetenschap hebben veel bereikt, maar innerlijke onrust en morele verwarring zijn niet afgenomen. Sterker nog, naarmate mensen minder vertrouwen in God stellen, stellen ze hun vertrouwen in al het andere. Chesterton vatte deze paradox samen: wanneer mensen stoppen met in God te geloven, geloven ze niet in niets; ze geloven in alles.
We zien dit overal. Waar kerkbanken leeg zijn, stromen zelfhulpgoeroes, horoscoopwebsites en trendy “spiritualiteiten” over. De menselijke honger naar betekenis blijft bestaan, zelfs wanneer Christus wordt afgewezen. Maar substituten - of het nu blind geloof in de markt is, de aanbidding van de wetenschap als almachtige redder, of esoterische experimenten - kunnen Christus niet vervangen. Ze zijn als zout zonder smaak.
Dus wanneer we Christus verlaten, verdiept de crisis zich alleen maar. We zien het om ons heen: naarmate het christelijk geloof verdwijnt, vervagen morele normen en vallen gemeenschappen uiteen. Een samenleving die haar ziel verliest, verliest ook haar solidariteit en richting. In plaats van de liefdadigheid van het evangelie erven we een koude cultuur van radicale zelfbevestiging, waar iedereen zijn eigen ‘waarheid’ heeft en niets heilig blijft. Dit kweekt eenzaamheid, polarisatie en hopeloosheid - een crisis van de geest die elke andere crisis versterkt. Het leidt altijd tot decadentie en uiteindelijk tot vernietiging. Kijk maar in je geschiedenisboeken.
Hoe komt dat? Laat me je iets vertellen over mijn buurman. Ik kom graag bij hem thuis. Waarom? Hij heeft goede koffie: een chique Italiaanse Barrista-koffiemachine. Ik was er toevallig bij toen hij deze Barrista-machine uitpakte. En probeerde hem aan de praat te krijgen. Maar het lukte niet. Er kwam alleen stoom uit, een volgende poging alleen maar veel lawaai en nog een poging alleen maar wat bruine prut. Een zeer teleurstellende ervaring dus. De volgende dag deed hij iets heel verstandigs: hij pakte het instructieboekje erbij en volgde de instructies. Resultaat: heerlijke koffie. Het is heel simpel: de maker van dit apparaat weet hoe het werkt. Hij heeft het ontworpen. Volg zijn instructies en het resultaat is waarvoor het gemaakt is. Negeer de instructies en je krijgt slechte koffie, of het apparaat werkt helemaal niet, of in het ergste geval maakt het het apparaat kapot.
Waarom bemoeit deze bisschop zich met koffiemachines? Tja, hoe functioneert een mens goed? We hebben een schepper, we zijn ontworpen door een Ontwerper. Hoe weten we wat ons doel is en hoe we dat doel moeten bereiken? Gaf Hij instructies? Ja, dat deed Hij. Hij gaf ons het Oude Testament (vooral de diagnose van wat er misging), en Hij gaf ons de remedie: het Nieuwe Testament: Jezus Christus, de apostelen, de kerk, de traditie, de leer van de kerk. Volg de instructies en je zult ontdekken wat je doel in het leven is en hoe je je bestemming kunt bereiken: het eeuwige leven. Negeer de instructies van onze Schepper en er zal van alles misgaan. Zoals het met die machine misging. Waar Christus buiten beeld is, gaan de dingen verwoestend mis. Waar Christus geen Koning is, heerst Chaos. En dat, mijn beste vrienden, is wat we moderniteit noemen.
De illusie van vooruitgang
Zonder God is het aan ons om de wereld van haar gebreken te genezen. Dat er sinds het begin der tijden dingen misgaan, is duidelijk. Wat is er zonder Christus te genezen? De wereld gelooft in vooruitgang. Maar waarom zouden we ons druk maken over vooruitgang als de Condition Humaine het probleem is? Het probleem is dat de moderniteit niet denkt dat dàt het probleem is. Ze denken dat de maatschappíj het probleem is, structuren het probleem zijn, andere mensen het probleem zijn, economie het probleem is, politiek het probleem is, en dat we daar iets aan kunnen doen. Dat is wat de Franse Revolutionairen dachten, wat de Bolsjewieken dachten, hetgeen wat de Arabische Lente moest bewerkstelligen. En we weten waar het telkens toe leidde: chaos en vernietiging. Het Bijbelse verhaal van de Toren van Babel maakte dat al duidelijk: menselijke pogingen om het paradijs te heroveren zijn gedoemd te falen. We weten hoe dat is afgelopen. En toch blijven we koppig geloven dat het mogelijk is, met een Europese Unie, een Nieuwe Wereldorde of een grote reset als vermeende oplossing van het probleem.
Vóór de verlichting geloofde niemand in vooruitgang (het christendom was dominant; utopische ideeën hadden geen schijn van kans). De verlichting geloofde niet in God. De mens was in wezen goed, de maatschappelijke structuren waren het probleem. Voltaire had dit idee van de nobele wilde. Waar geen geld en christendom is om een vreedzaam samenleven te verstoren, zou er harmonie, liefde, vrede en begrip zijn. Nou, dat bleek een vergissing. Voltaire schreef ook een boek over het opvoeden van kinderen. Had hij zelf kinderen? Ja; vijf. Weet je hoe hij ze opvoedde? Nee? Direct na de geboorte leverde hij ze alle vijf af bij het weeshuis. Dat zou je toch aan het denken moeten zetten, niet?
Hoewel de verlichting ook in morele vooruitgang geloofde, geloven we daar sinds de 20e eeuw (Hitler, Stalin, Mao, Pol Pot) niet meer in. Maar omdat we niet meer in een leven na de dood en niet in morele vooruitgang geloven, blijft er waanzin, absurditeit, het tegenovergestelde van een utopische samenleving over. Hoe komt dat? Om twee redenen.
- We hebben God uit de vergelijking geschrapt.
- Gezond verstand is niet meer gangbaar, zoals Chesterton een eeuw geleden al opmerkte.
De katholieke kerk heeft de filosofie van de H. Thomas van Aquino altijd omarmd. Waarom? Omdat die gebaseerd is op gezond verstand. De filosofie van de H. Thomas berust op de universele overtuiging dat eieren eieren zijn. Dat lijkt misschien vanzelfsprekend, maar in een verwarrende wereld is dat niet langer zo. De Hegeliaan zou kunnen zeggen dat een ei eigenlijk een kip is, omdat het deel uitmaakt van een eindeloos wordingsproces. De Berkeleyaan beweert misschien dat gepocheerde eieren alleen bestaan zoals een droom bestaat, omdat het net zo makkelijk is om te zeggen dat de droom de eieren veroorzaakte als dat de eieren de droom veroorzaakten. De pragmaticus gelooft misschien dat we het beste uit roereieren halen door te vergeten dat het ooit eieren waren en ons alleen het roerei te herinneren.
Maar geen enkele leerling van Thomas hoeft zich het hoofd te breken om tot de conclusie te komen dat een ei gewoon een ei is. De thomist weet dat eieren geen kippen zijn, noch dromen, noch louter praktische aannames, maar dingen die bevestigd worden door de autoriteit van de zintuigen. Zo sprak de apostel met de grote geest, G.K. Chesterton.
Blijkbaar zijn er nog maar weinig thomisten en chestertonianen over - mensen voor wie het duidelijk is dat een jongen een jongen is en een meisje een meisje. Dit zijn biologische feiten die met de zintuigen kunnen worden waargenomen. Een jongen bestaat niet zoals een droom bestaat; het is niet de droom die de oorzaak is van zijn bestaan, noch zijn bestaan de oorzaak van de droom. Je kunt zoveel plastische chirurgie toepassen als je wilt en dan vergeten hoe het lichaam er oorspronkelijk uitzag - maar dat verandert niets aan het feit dat hij nog steeds een jongen is. En ook een baby is een baby...
De aanval op gezin en geloof
Chesterton verdedigt twee centrale waarheden: het gezin en het geloof. De hele moderne samenleving voert oorlog tegen deze twee waarheden. De aanval op het gezin is een aanval op het leven zelf, en de aanval op het geloof is een aanval op de Schepper van het leven.
Elk kind is een ‘soort Jezus’: een bezoeker uit de hemel, voor een tijdje toevertrouwd aan zijn ouders. Het huwelijk is een sacrament. Het onthult een religieuze waarheid: dat liefde onvoorwaardelijk is en dat liefde leven-gevend is. De aanval op het gezin is bovenal een aanval op een religieuze waarheid. En het is een aanval op de religie die deze waarheid heeft geopenbaard: de Rooms-Katholieke Kerk. Het geloof verdedigen betekent het gezin verdedigen. Maar het betekent ook het geloof zelf verdedigen - de voorschriften, de gebruiken, de zuiverheid ervan. De aanvallen komen van alle kanten, zowel subtiel als openlijk. Chesterton zegt: “Wat er vandaag de dag werkelijk aan de hand is in de wereld, is antikatholicisme en niets anders.”
Chesterton: “De tegenstanders van het christendom geloven alles behalve het christendom.” En inderdaad, we hebben gezien dat de meest bizarre sekten en culten serieus worden genomen, terwijl de kerk wordt bespot. Elke ketterij heeft een fragment van de waarheid genomen en de rest verworpen. Zo raakten lutheranen geobsedeerd door “geloof alleen”, calvinisten door de soevereiniteit van God, baptisten door de Bijbel, Zevendedagsadventisten door de sabbat, enzovoort.
De katholieke kerk wordt aangevallen omdat ze te streng of te opzichtig, te materieel of te spiritueel, te werelds of te onwerelds, te complex of te simplistisch is. Katholieken worden bekritiseerd omdat ze celibatair zijn, maar ook omdat ze te veel kinderen hebben; bekritiseerd omdat ze oneerlijk zijn tegenover vrouwen, maar ook omdat “alleen vrouwen” naar de mis gaan. De modernisten klagen dat de katholieke kerk dood is, en klagen dan nog luider dat ze zoveel macht en invloed heeft. Secularisten bewonderen Italiaanse kunst, maar verachten de Italiaanse religie. De wereld verwijt katholieken hun zonden - en erger nog, dat ze hun zonden belijden. Protestanten zeggen dat katholieken de Bijbel niet serieus nemen, en bekritiseren hen vervolgens omdat ze de eucharistie zo letterlijk nemen.
Uiteindelijk is elke aanval op de Kerk een aanval op het priesterschap en de eucharistie. Elke aanval op de Kerk is een aanval op Christus: God die als kind kwam, een Kerk stichtte, het brood en de kelk omhoog hield en zei: “Dit is mijn lichaam. Dit is mijn bloed.” (Mat. 26:26-28) Chesterton verdedigde de Kerk zelfs toen hij nog een buitenstaander was. Ironisch genoeg moeten we de Kerk vandaag de dag soms verdedigen tegen insiders - tegen katholieken, zelfs in Rome zelf - die hun eigen geloof willen ondermijnen. Godzijdank gaan de dingen weer terug naar normaal, althans, zo lijkt het.
De weg naar herstel
En toch is deze strijd niet hopeloos. Integendeel, de eerste stap naar genezing is erkenning: erkennen dat we niet alleen met een politieke of economische noodsituatie te maken hebben, maar ook met een morele en spirituele noodsituatie. Alleen dan kunnen we de juiste wapens kiezen. En dus moeten we ons afvragen: hoe voeren we een geestelijke strijd? Geloof is een individuele zaak. Jezus leed het meest aan het kruis, wetende dat Hij niet iedereen zou redden, dat niet iedereen in Hem zou geloven (mijn volk, kijk wat Ik voor jullie heb gedaan; wat had Ik nog meer kunnen doen? Daarom zuchtte Jezus over Jeruzalem). Het is waar, we hebben een vrije wil. Het is aan ons om mee te werken aan Jezus’ reddingsplan. De seculiere wereld wil problemen oplossen; christenen zoeken verlossing.
In tijden van crisis klagen sommigen dat het christendom heeft gefaald, dat de Kerk irrelevant is geworden. Maar is het christelijke ideaal ooit echt beproefd en tekortgeschoten? Onze wereld lijdt niet omdat we Christus te nauw volgden, maar omdat we Hem helemaal niet volgden. Zelfs binnen de Kerk is dit het probleem. De Kerk na Vaticanum II... Niet het Concilie zelf, maar wat ze ervan gemaakt hebben: de zogenaamde “Geest van Vaticanum II.” Er is niet veel mis met de eigenlijke documenten van Vaticanum II. Sacrosanctum Concilium benadrukt het belang van het Latijn, van het Gregoriaans, er wordt geen melding gemaakt van het verwijderen van communiebanken en het vervangen van het hoogaltaar door een keukentafel. Maar de media en figuren als Küng en Schillebeeckx (B) hebben het Concilie gekaapt en er iets compleet anders van gemaakt. Ik heb honderden discussies gevoerd en ik stel ze steeds dezelfde vraag: Hebben jullie de documenten ook gelézen? Het antwoord is altijd: “nee, maar...” Nee, nee, geen maar! Lees ze en kom er dan op terug. Dat doen ze nooit. Zeker, Vat II had zijn gebreken en de pastorale taal bood ruimte voor verschillende interpretaties, maar laten we het eigenlijke concilie niet verwarren met het concilie van de media en degenen die de kerkelijke leer wilden veranderen. De vruchten: zure druiven. Dan weet je dat er echt iets mis is.
Het probleem is natuurlijk dat het geen dogmatisch concilie was. De enige reden waarom concilies werden gehouden, was om duidelijkheid te scheppen. Trouwens, we zouden Arius en andere ketters dankbaar moeten zijn. Zonder hen zouden we de geloofsbelijdenis zoals geformuleerd door het Concilie van Nicea niet hebben. Concilies waren er om discussies te beëindigen: als je dit gelooft, doe je mee, zo niet, dan doe je niet mee. Roma locuta, causa finita. Geen Sed Contra meer.
Aggionamento. We dachten dat we mee moesten gaan met de stroom van de seculiere maatschappij. We wilden relevant zijn in deze moderne tijd; de Kerk van Be Nice in plaats van de Kerk van Nicea. Sociale bijeenkomsten. We beperkten de 10 geboden tot 1 gebod: heb uw naaste lief, wees aardig. Dat kwam tot uiting in de Novus Ordo: het altaar werd vervangen door een tafel [niet in Sacrosanctum Concilium]. Altaar betekent offer. Eucharistie is offer in de vorm van een maaltijd. Niet een maaltijd in de vorm van een offer. Jezus brak het brood tijdens het Laatste Avondmaal, maar dat verwees naar het offer aan het kruis! En niet naar ‘breken en delen’! O ja, we zijn erg sociaal, maar wie heeft het over leven na de dood, het oordeel, de vier uitersten?
Het probleem is niet dat het Evangelie verouderd is, maar dat we het hebben ingeruild voor gemakkelijkere vervangers. Halve waarheden kunnen de ziel niet genezen. Alleen de radicale, volledige waarheid van Christus kan dat. Dit is geen ‘middeleeuws’ ideaal. De crisis van onze tijd - eenzaamheid, onrecht, bitterheid - schreeuwt om echte christenen die moedige liefde en hoop brengen waar cynisme en wanhoop heersen.
Sommigen keren zich af van het geloof vanwege de mislukkingen van christenen - schandalen, hypocrisie, compromissen. Het is waar, deze hebben de geloofwaardigheid van de Kerk geschaad. Maar dit doet niets af aan de waarheid van haar boodschap. De Kerk is niet heilig omdat haar kinderen nooit zondigen, maar omdat ze zondaars een pad naar heiligheid biedt. De mislukkingen van christenen bewijzen niet dat Christus gefaald heeft, maar dat wij Hem niet gevolgd hebben.
De weg uit de crisis begint met een authentieke terugkeer naar Christus. Geloof mag geen culturele bijkomstigheid zijn, maar is bron van leven. Wanneer christenen hun geloof serieus beleven - niet als dwang, maar als liefde - straalt het naar buiten. De ziel van de wereld kan alleen genezen worden als onze eigen ziel weer brandt van geloof, hoop en liefde.
De rol van de Kerk
Dit brengt ons bij de rol van de Kerk. Sommige gemeenschappen proberen nog steeds de neergang te stoppen door met de tijd mee te gaan - moderniseren, vereenvoudigen, polijsten tot er niets meer aanstootgevends is. Andere doen het tegenovergestelde: tegen de stroom in zwemmen, vasthouden aan traditie en orthodoxie, zelfs als die ‘ouderwets’ lijken. Wat werkt echt?
Chesterton, die zich tot het katholicisme bekeerde, was bot: de kerk aanpassen aan elke rage is zinloos. “We willen niet, zoals de kranten zeggen, een kerk die met de wereld meebeweegt. We willen een kerk die de wereld in beweging brengt.” Met andere woorden: een kerk wint aan geloofwaardigheid niet door de wereld te weerspiegelen, maar door haar te corrigeren. We hebben een geloof nodig dat ons confronteert wanneer we ongelijk hebben, niet een dat ons alleen geruststelt wanneer we het er al mee eens zijn.
En inderdaad, wat zien we? De zogenaamde ‘liberale’ kerken - die de leer verwateren of relativeren om relevant te lijken - storten in. Hun kerkbanken vergrijsden en liepen leeg. Sociologen stellen het simpel: “Liberale kerken hebben geen kinderen.” Ze kunnen geen nieuwe generaties inspireren.
Al begin jaren 2000 werd erkend dat dergelijke gemeenschappen aan het verdwijnen waren en vooral door ouderen werden bezocht. Jongeren voelen zich niet aangetrokken tot een lauw, geseculariseerd christendom. Een “opgewarmd humanisme” heeft geen inspirerende kracht.
Ondertussen trekken orthodoxe kerken - kerken die stoutmoedig verkondigen wat ze geloven, geworteld in traditie - jongeren aan. Dit zijn kerken die ergens voor staan, en dat merken mensen. Een kerk die het aandurft een oase in de woestijn te zijn, levend water schenkend aan de dorstigen, trekt zoekers aan. Dit is geen fantasie: recente onderzoeken bevestigen dat jongere generaties, verrassend genoeg, een bescheiden terugkeer naar het geloof laten zien, en dat orthodoxe gemeenschappen er het meest van profiteren.
Kortom: de kerken die trouw blijven - of het nu gaat om eerbiedige liturgie, heldere doctrine of compromisloze morele leer - zijn juist de kerken die nieuw leven inblazen, vooral onder jongeren. Ik kom er nogal wat tegen. Ze willen niet verwend worden, maar uitgedaagd. Ze willen weten of er iets is om in te geloven en ernaar te leven. Ze willen de waarheid kennen. Ze verschijnen volkomen onverwacht in onze kerken. De aantallen zijn bescheiden, maar ze zijn er. En het gebeurt overal. Ze hebben vaak vier dingen gemeen:
- Ze komen uit een seculiere omgeving;
- ze willen de waarheid kennen;
- zijn erg jong -en-
- het zijn hoofdzakelijk jonge mannen.
Paradoxaal genoeg zien we te midden van de neergang tekenen van hoop onder jongeren. Op sommige plaatsen lijkt Generatie Z iets religieuzer dan de millennials vóór hen. In Nederland bijvoorbeeld laten onderzoeken zien dat 30% van de jongvolwassenen tussen de 15 en 35 zich nu als religieus identificeert. Dat lijkt misschien niet veel, maar de aantallen leken eerder af te nemen tot vrijwel niets. Bovendien groeien orthodox-christelijke gemeenschappen - katholiek, orthodox en evangelisch.
Waarom? Omdat jongeren op zoek zijn naar diepgang en helderheid. Ze groeiden op in een cultuur van “iedereen heeft zijn eigen waarheid”, maar ontdekten dat dit hen leeg achterliet. Ze verlangen naar een Waarheid die groter is dan zijzelf, een fundament onder drijfzand. Ze willen geen half geloof, maar het échte. En ze hunkeren naar gemeenschap. In een geatomiseerde, individualistische cultuur schittert een authentieke christelijke gemeenschap als een familie. Daarom floreren jeugdgroepen, pelgrimstochten en traditionele parochies vol jonge gezinnen. Verre van zich af te stoten aan een veeleisend geloof, voelen velen zich er juist toe aangetrokken. Ze willen mysterie, schoonheid en uitdaging - geen afgezwakte kopie van de seculiere cultuur.
De spirituele strijd
We begonnen met de bewering dat de huidige crisis in wezen spiritueel is. En inderdaad, de diepste antwoorden moeten ook spiritueel zijn. De apostel Paulus herinnert ons eraan in zijn brief aan de Efeziërs: “Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht.” (Ef 6.12) Met andere woorden, de diepste strijd van de christen is niet tegen mensen van vlees en bloed, maar tegen de onzichtbare machten van het kwaad. Dit is geen middeleeuws bijgeloof, maar een nuchtere realiteit van het christelijk leven. We leven, zoals C.S. Lewis het ooit verwoordde, in door de vijand bezet gebied, waar de duisternis nog steeds rondwaart ondanks de beslissende overwinning die Christus al op Golgotha heeft behaald.
Toch voelt deze spirituele strijd voor velen ongemakkelijk of onwerkelijk. In onze moderne, verlichte tijd klinkt het praten over duivels en engelen ouderwets. Het kwaad wordt weggewuifd als psychologie of sociologie, zonder dat er een bovennatuurlijke kracht aan te pas komt. Maar misschien is dat scepticisme precies wat satan wil. We kunnen in twee tegengestelde valkuilen trappen wat betreft de duivel: of we ontkennen zijn bestaan volledig, of we raken ongezond geobsedeerd door hem. Zoals Lewis opmerkte in zijn boek Brieven uit de Hel, is de duivel evenzeer tevreden met beide uitersten. De wijze christen blijft alert zonder hysterie: hij erkent het kwaad nuchter en zonder paranoia.
De vorst der duisternis is niet Gods gelijke tegenpool. Hij is geen eeuwige antigod, maar een gevallen engel - een schepsel ooit goed, nu in opstand. Hij is beperkt. Slim en gevaarlijk vergeleken met ons, ja, maar eindig en uiteindelijk onderworpen aan Gods macht. Er is inderdaad een oorlog in het universum, maar niet tussen twee gelijke goden. Het is de opstand van een schepsel tegen zijn Schepper. Dit perspectief voorkomt zowel overschatting als onderschatting van de vijand.
Paulus waarschuwt voor de plannen van de duivel. “Wij kennen zijn streken maar al te goed” (2 Kor. 2:11)
Streken suggereren bedrog en subtiliteit. De duivel verschijnt meestal niet in hoorns en een rode maillot. Zijn doel is ons van God af te leiden, en dat doet hij door middel van leugens en verleidingen vermomd als gewone gedachten en stemmingen.
Is het je opgevallen hoe snel je stemming kan omslaan van geloof en vreugde naar twijfel of ontmoediging, soms zonder duidelijke reden? Er is misschien een duistere intelligentie die gretig gebruikmaakt van die zwakke momenten. De duivel kent onze kwetsbaarheden. Hij fluistert: “Je gebed maakt geen verschil; geef het op.” Hij haalt oude schuldgevoelens naar boven om ons te ontmoedigen. Zijn tactiek is meestal niet een regelrechte ontkenning van God, maar de geleidelijke ondermijning van het vertrouwen in Gods goedheid.
Denk aan een ruzie binnen de kerk. Op het eerste gezicht lijkt het een menselijk meningsverschil. Maar al snel sluipt er trots of wrok in. De ander begint op de vijand te lijken. Paulus’ woorden herinneren ons eraan: die persoon is niet de echte vijand. De echte vijand lacht wanneer christenen zich tegen elkaar keren.
Of neem moderne verleidingen. Vaak hoeft de duivel ons helemaal niet bang te maken - hij wiegt ons liever in slaap. Hij verdrinkt ons in vermaak, afleiding en troost totdat God in het niets verdwijnt. God zij dank heeft Hij ons niet weerloos gelaten. Paulus schrijft de “wapenrusting Gods” voor (Ef. 6:13-17). Het beeld is dat van een Romeinse soldaat, maar de wapens zijn geestelijke deugden, geen staal. Laten we ze eens bekijken:
- De gordel van de waarheid: De gordel van een soldaat hield alles bij elkaar. Waarheid voorkomt dus dat we in verwarring bezwijken. In een wereld van relativisme en onwaarheid zijn eerlijkheid en liefde voor de waarheid onze eerste verdediging.
- Het borstpantser van gerechtigheid: Het borstpantser beschermt het hart. Gerechtigheid betekent zowel Christus’ gave van rechtvaardiging als onze morele integriteit.
- De schoenen van bereidheid om het Evangelie van vrede te verkondigen: Schoenen geven stabiliteit en beweging. Onze bereidheid om het Evangelie te leven en te delen, maakt ons standvastig.
- Het schild van geloof: Met geloof doven we de “brandende pijlen van de boze”. Geloof is vertrouwen in Gods beloften.
- De helm van verlossing: De helm beschermt de geest. Verlossing is onze zekerheid dat we bij Christus horen en onze hoop op eeuwig leven.
- Het zwaard van de Geest, het Woord van God: Het enige aanvalswapen. “Denk niet dat ik gekomen ben om vrede te brengen op aarde. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar een zwaard.” (Matt. 10:34)
Paulus voegt vervolgens toe wat alles leven inblaast: gebed. Gebed is de communicatielijn met onze commandant. Het houdt ons verbonden met het hoofdkwartier. Zonder gebed laat zelfs de beste wapenrusting ons geïsoleerd achter.
De oproep tot trouw
Heb de moed om tegen de stroom in te gaan. Schaam je niet voor orthodoxie of “ouderwetse” waarden. Die geven juist geloofwaardigheid.
Bouw gemeenschappen van échte katholieken. Een parochie of familie waar Christus werkelijk Koning is, is een krachtig antwoord op de crisis van zinloosheid. Verenig de clans!
De strijd is nog niet gewonnen. Maar ook niet verloren. De geschiedenis leert dat de Waarheid, hoewel onderdrukt of vergeten, altijd bovenkomt. En in onze donkerste tijd kan het licht van Christus het helderst schijnen.
De wereld is vol dwazen die zeggen dat de tijden donker zijn. Maar ik zeg: juist in de duisternis schijnt één enkele kaars - het kleine restant - het felst.
Laten we daarom de kaars van het geloof hoog houden. Niet met bitterheid, maar met vreugde; niet met berusting, maar met hoop. Want alleen Christus is het antwoord dat de crisis kan keren. Hij is dezelfde, gisteren, vandaag en voor altijd.
Sommige dagen voelt de wapenrusting zwaar. Sommige dagen voelen we ons vermoeid. Toch is de strijd die van de Heer. Onze rol is om trouw te blijven, te bidden, stand te houden. Onthoud: de zwakste heilige, gekleed in Gods wapenrusting, is sterker dan de hel. Streef ernaar een heilige te worden. Als dat niet je doel in het leven is, verspil je het.
Bedankt dat je niet bent ingedommeld, voor je vriendelijke aandacht.
Viva Christo Rey!
+ Mgr. Rob Mutsaerts