Grote Kerk Oss Heilig Hart Oss Willibrordus Berghem Servatius Megen Lambertus Haren Petrus' Banden Macharen
Grote Kerk Oss Heilig Hart Oss Willibrordus Berghem
Servatius Megen Lambertus Haren Petrus' Banden Macharen



Kapelaan Willem Renders

Al ruim een jaar kapelaan in Berghem

gepubliceerd: maandag, 1 augustus 2022
Kapelaan Willem Renders
Priesterwijding op 30 mei 2015
Priesterwijding op 30 mei 2015 (foto: Wim Koopman)

Recent kreeg ik het verzoek van de redactie om in gesprek te gaan met kape­laan Willem Renders en dit op te schrijven voor het Pa­ro­chie­blad. In het eerste inter­view, dat ruim een jaar gele­den door Ruud van de Ven werd afgeno­men, lazen we al wat ins-en-outs van onze kape­laan. Nu, ruim een jaar later, ga ik in gesprek met hem en stel een paar vragen over het jaar in Berghem en de Wil­li­brordus­paro­chie.

Kape­laan Renders wist zich op jonge leef­tijd door God ge­roe­pen. Voordat hij de Eerste Heilige Communie deed, was hij al gefasci­neerd door de Heer - aanwe­zig in het H. Sacra­ment. Spelen­der­wijs werd hij, als mis­die­naar bij de pastoors in zijn pa­ro­chie en ook door zijn katho­lie­ke ouders, hierin beves­tigd. Van zijn kant kon hij ook zijn ouders en zijn twee broers en zus steunen in het geloof. Zijn ouders hebben nooit getracht om hem een andere rich­ting in te sturen. Zij wisten (wellicht al eer­der dan hij­zelf) dat hun zoon deze weg ging bewan­de­len.

De termen ‘roe­ping’ en ‘inzicht’ wor­den bij de eigen­schappen van een pries­ter als eerste genoemd. Zijn deze zeer wen­se­lijk of nood­za­ke­lijk?

Een ‘roe­ping’ is volgens de kerk een soort oproep. Ie­der­een heeft een uni­ver­se­le oproep (om heilig te zijn), maar elke persoon op een andere manier. Een roe­ping omvat een gods­diens­tig leven, het pries­ter­schap, een onge­trouwd leven. ‘Inzicht’ is het levenslange proces van het begrijpen van Gods wil door gebe­den en spi­ri­tu­ele rich­ting. Inzicht vraagt ook veel geduld.

Toen pastoor Mennen met emiraat ging bleef u nog enige tijd in de Grote Kerk met de nieuwbenoemde pastoor Roland Kerssemakers. Daarna ging u naar de H. Hart­kerk (Bloems­kerk) en na ongeveer vier jaar werd u weer werk­zaam in de Wil­li­brordus Pa­ro­chie en bent u als kape­laan in de Wil­li­brordus­kerk en pastorie in Berghem welkom geheten. Het beeld dat u van Berghem had voordat u hier in de pastorie ging wonen is dat veran­derd of mis­schien wel verbeterd?

Och, dat welkom was wel heel merk­waar­dig; mijn voor­gan­ger heeft dat eigen­lijk helemaal niet gedaan. Ook van over­dracht was niet echt sprake, de druk van de verhui­zing en de nieuwe benoe­ming in Veldhoven maakten dat kape­laan Beekman het erg druk had. Daar kon ie­der­een die ik in Berghem tegenkwam wel over meepraten, tot vervelens toe. Toen heb ik na een tijd, als grapje, gezegd: wie het nu nog over kape­laan Beekman heeft, die moet € 5 betalen! Ik heb helaas nooit geïnd...

U woont ruim een jaar in een ge­meen­telijk monu­ment. Een monu­ment met al zijn achterstallig on­der­houd en oude aan­zichten. Naar mijn mening als liefhebber van his­to­rische gebouwen zeker de moeite waard om het te bewaren. U heeft in het afgelopen jaar rondom de pastorie al veel nieuwe dingen aan­ge­legd, wat menig inwoner van Berghem zeer kan waar­de­ren: Een dahliatuin, een varkenshok, kippen en een­den op de binnen­plaats. Rondom de bijenkorven is het een gezoem van jewelste. Wat zou u willen ver­an­de­ren, als er geen ge­meen­telijke regels gol­den voor de pastorie als gebouw?

Dat er iets moet gebeuren is al heel lang dui­de­lijk, zowel het kerk­bestuur als de ge­meen­te zijn daar al jaren mee bezig. Er ligt dus al een heel dossier met plannen, onder­zoeken en moge­lijk­he­den. Ik zelf heb daar maar zij­de­lings mee te maken, behalve dan dat ik er open voor sta en welwillend mee­werk met de pro­fes­sio­nals die erover gaan. De kern is eigen­lijk zorgen voor een duurzame oplos­sing.

In uw voor­gaande inter­view gaf u aan graag in gesprek te gaan met de bewoners van ‘de Wilberthof’ en met de bewoners van de seniorenwo­ningen. Door Corona heeft dit geen doorgang kunnen vin­den. Heeft u de intentie en de moge­lijk­heid om op huis­be­zoek te gaan in de ko­men­de tijd?

Ik ben er gaandeweg toch wel achter geko­men dat dat bij mij heel lang­zaam gaat. Het is zeker mijn intentie, maar ik merk wel dat ik niet alle mensen kan bezoeken die dat ergens wel graag zou­den willen. Lang­zaam maar zeker komt dat toch wel goed. Dat zit ook een beetje in mijn karakter, ik ben uit mezelf niet zo ‘bezoekerig’ als je dat zo kan noemen. Bij het pries­ter­schap horen geen prijzen die behaald moeten wor­den of doelen die in een jaar bereikt moeten zijn. Een pries­ter handelt in naam van en uit liefde tot God. Als er geen liefde is dan moet je het niet doen.

Zou u zon­der slag of stoot naar een andere pa­ro­chie of land gaan als de bis­schop hierom vraagt?

Te­gen­woor­dig kijkt de bis­schop heel zorg­vul­dig naar de situatie van de pries­ters en de pa­ro­chies; dit betekent dat aan de uit­ein­delijke vraag van de bis­schop een heel proces voorafgaat. De bis­schop heeft het over­zicht over heel het bisdom en alle pries­ters, en besluit uit­ein­delijk. Dat kan ook gaan over een nieuwe benoe­ming. Wat mij per­soon­lijk betreft, ik zei al dat het voor mijn gevoel vrij lang­zaam gaat, alleen al om veel mensen te bezoeken. Dat betekent dat ik daar ook wat meer jaren voor nodig heb. Komt goed uit toch? Dan moet ik maar heel lang de beste kape­laan van Oss en omstreken blijven! De kracht van ouderen waar­deer ik zeer en door het omgaan met deze mensen ben ik elke dag gezegend met mooie verhalen over Berghem, kennis en leuke her­in­ne­ringen. Maar dit houdt ook in dat ik vaak afscheid moet nemen.

Stel dat u afscheid moet nemen van Berghem. Wat zijn dan voor u de gebeur­te­nissen of dingen die altijd in uw geheugen blijven?

Vooral de mensen en wat je samen meemaakt. De oude koster, Rien van Gaal, zal ik nooit vergeten. Zo trouw en dienst­baar, tot het einde toe. Ook in heel zijn hou­ding en hoe hij rea­geerde, ook als hij het ergens niet mee eens was, altijd vrien­de­lijk en behulp­zaam - je kon merken dat hij echt uit de grond van zijn hart wilde helpen, zo goed als hij kon. Dat was een bij­zon­dere mens. Het is één van de weinige uit­vaar­ten waarbij ikzelf ook een brok in de keel had. We missen hem nog elke dag. Ook het einde van TV-Berghem zal ik niet gauw vergeten. Aan de ene kant de teleur­stel­ling van zoveel ouderen maar ook van het bestuur en aan de andere kant de kracht van de vrij­wil­li­gers die blijven door­gaan om zich op dat gebied in te zetten, ondanks de pijn in het hart van het verlies van de zen­der. De kin­der­kerk en de kin­de­ren en ouders, samen de kerst­stal maken, de liedjes en spel­le­tjes die we hebben gedaan.

Ook daar de ouders en vrij­wil­li­gers die zich steeds inzetten voor de kin­de­ren. De vrij­wil­li­gers (meeste dames maar ook heren) die zich inzetten voor de schoonmaak in de kerk, voor de bloemen zorgen, voor de tuin en niet te vergeten Elly. Vooral dan de momenten van koffie­drin­ken en ‘buurten’ brachten gezellig­heid die je niet vergeet.

Ineke Mulders