Grote Kerk Oss | Heilig Hart Oss | Willibrordus Berghem | Servatius Megen | Lambertus Haren | Petrus' Banden Macharen |
Grote Kerk Oss | Heilig Hart Oss | Willibrordus Berghem |
Servatius Megen | Lambertus Haren | Petrus' Banden Macharen |
In de M.O.O.-kerk en de H. Hartkerk zijn meerdere vaste momenten ingepland om te biechten. Zie daarvoor het schema van de vaste vieringen. Voor de andere kernen geldt dat u even contact zou moeten leggen met de pastoor of één van de kapelaans.
In het evangelie geeft Christus de apostelen de bevoegdheid zonden te vergeven. In het evangelie van Johannes lezen we: "Ontvangt de heilige Geest. Aan wie ge de zonden vergeeft, zijn ze vergeven, en aan wie ge ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven". (Joh. 20,22-23). Door de wijding van opvolgers, hebben de apostelen dit doorgegeven aan de bisschoppen en de priesters.
God om vergeving vragen, hoort bij een eerlijk christengelovige. Zo schrijft de apostel Johannes in zijn eerste brief: "Als wij beweren zonder zonde te zijn, bedriegen wij onszelf en woont de waarheid niet in ons". (1 Joh. 1,8)
Daarom bidden we aan het begin van iedere Eucharistieviering samen om vergeving. Wanneer we ernstige zonden hebben gedaan, of wanneer de band die wij hebben met God dankzij het doopsel door zeer zware zonden verloren is gegaan, dan kunnen we dankzij het biechtsacrament vergeving ontvangen, en die band met God herstellen.
Haalt vlug het mooiste kleed en trekt het hem aan, steekt hem een ring aan zijn vinger en trekt hem sandalen aan (...) laten we eten en feest vieren, want deze zoon van mij was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is teruggevonden (Lucas 15, 22-24)
Soms loop ik verloren, op dood spoor. Mijn leven loopt vast en dan ga ik gebukt onder mijn eigen gebrokenheid. Dan voel ik dat ik tekort schiet tegenover God, mijn naaste, mijzelf. Tegenover de priester kan ik dat veilig zeggen.
De priester nodigt mij uit om opnieuw te beginnen, hij bemoedigt mij en geeft mij misschien een goed advies. Ook stelt hij voor om als teken daarvan een daad te stellen of een gebed te bidden.
Ik bid een acte (gebed) van berouw, bijvoorbeeld:
"Heer Jezus, 'vriend van de zondaars' wilt Gij genoemd worden. Bevrijd mij van mijn zonden door het mysterie van uw dood en verrijzenis. Laat uw vrede in mij groeien, zodat ik vruchten voortbreng van liefde, gerechtigheid en waarheid".
Of:
"God, ontferm U over mij in Uw barmhartigheid. Wend Uw ogen af van mijn gebreken, scheld mij al mijn schulden kwijt. Schep in mij een zuiver hart, mijn God, geef mij weer een vastberaden geest".
De priester geeft mij de absolutie (kwijtschelding):
"God, de barmhartige Vader, heeft de wereld met zich verzoend door de dood en de verrijzenis van zijn Zoon en de Heilige Geest uitgestort tot vergeving van de zonden. Door het dienstwerk van de kerk schenke Hij u vrijspraak en vrede. En ik ontsla u van uw zonden in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest".
Ik antwoord: "Amen".
De priester roept op tot dankzegging, spreekt eventueel nog een woord van bemoediging, wenst me geluk en zegt: "Ga in vrede!"
Iedere christen die in de katholieke kerk gedoopt is. Iedereen, gedoopt of niet gedoopt, is evenwel van harte welkom voor een persoonlijk onderhoud met een priester.
Door de sacramenten van de christelijke initiatie ontvangen wij het nieuwe leven van Christus. Dit leven dragen wij "in aarden potten". Dit nieuwe leven als kind van God kan door de zonde verzwakt worden en zelfs verloren gaan.
Onze Heer Jezus Christus, geneesheer van onze ziel en ons lichaam, die de lamme zijn zonden vergeven heeft (...), wilde dat zijn kerk, in de kracht van de Heilige Geest, zijn werk van genezing en heil zou voortzetten, zelfs jegens haar eigen leden.
Onze Heer Jezus Christus, geneesheer van onze ziel en ons lichaam, die de lamme zijn zonden vergeven heeft en hem zijn lichamelijke gezondheid heeft teruggegeven, wilde dat zijn Kerk, in de kracht van de Heilige Geest, zijn werk van genezing en heil zou voortzetten, zelfs jegens haar eigen leden. Dit is het doel van de twee Sacramenten van genezing: het Boetesacrament en de Ziekenzalving.
(Catechismus van de Katholieke Kerk, nr. 1421).