Grote Kerk Oss | Heilig Hart Oss | Willibrordus Berghem | Servatius Megen | Lambertus Haren | Petrus' Banden Macharen |
Grote Kerk Oss | Heilig Hart Oss | Willibrordus Berghem |
Servatius Megen | Lambertus Haren | Petrus' Banden Macharen |
Willibrord van Utrecht werd in het jaar 658 in het Engelse koninkrijk Northumbrië geboren. Volgens de overlevering heette Willibrords moeder Menna. Vaders naam staat vast: Wilgils († 690; feest 30 januari).
Willibrord werd reeds op vier-jarige leeftijd door zijn vader als oblaat aan het naburige klooster Ripon toevertrouwd. Meestal gebeurde dat pas, als het kind zeven jaar was. Vader trad bij die gelegenheid zelf in als monnik. Reden, waarom men wen veronderstelt dat moeder intussen gestorven was. Op dat moment was Wilfrid († 710; feest 24 april) daar abt.
Toen Willibrord twintig jaar geworden was, verhuisde hij naar klooster Rathmelsigi in Ierland om daar onder abt Egbert († 729; feest 24 april) zijn opleiding te voltooien. Deze abt wist velen van zijn onderdanen enthousiast te maken voor de overzeese missies.
Zo landde Willibrord in een boot met twaalf gezellen in 690 op de kust van West-Friesland, het tegenwoordige Holland. Volgens de overlevering was dat aan de monding van Oude Rijn bij Katwijk. Geschiedkundigen menen tegenwoordig dat het nog een stuk zuidelijker was: op de Grevelingen. Vanaf dat moment begon er een rusteloos leven in dienst van de verbreiding van het evangelie. Uitvalsplaatsen waren Utrecht, Antwerpen en Echternach. In Antwerpen kreeg Willibrord reeds na enkele jaren van de Frank Rohingus een kerkje aangeboden. In 695 ging hij naar Rome, waar hij door paus Sergius I († 701; feest 9 september) tot bisschop werd gewijd, waarbij hij de naam Clemens aannam.
Met behulp van Sint Irmina van Oehren († ca 708; feest 3 januari) stichtte hij in 698 de abdij van Echternach en vele andere kerken en kloosters. Pippijn II van Herstal († 714) gaf hem de mogelijkheid om in Utrecht het St-Maartensklooster en de St-Salvatorkerk te bouwen.
Willibrord voelde zich verantwoordelijk voor het behoud van de goede kloosterlijke geest in zijn stichtingen. Hij visiteerde zijn kloosters herhaaldelijk.
Toen Pippijn in 714 stierf, moest Willibrordus tijdelijk naar Echternach uitwijken, gedwongen door de opstandige Fries Radboud. Redbad verwoestte de pas gebouwde kerkjes en vernietigde het werk dat tot dan toe met veel moeite tot stand was gebracht. Hij begon het evangelie te verkondigen in het Frankische land. In deze periode moeten we waarschijnlijk de verhalen plaatsen die vertellen over Willibrordus' werkzaamheden in het Zeeuwse en het Brabantse.
Willibrord zou op het eiland Walcheren verschillende kerkjes hebben gesticht. Hij bracht ze onder in het bezit van Utrecht of van de abdij te Echternach. Drie eeuwen later probeerde graaf Robrecht de Fries van Vlaanderen († 1093) die bezittingen aan zich te trekken. De eilanders zouden hem hebben verjaagd; en de toenmalige abt van Echternach, Thiofrid († 1110) zou de zaak met de paus in orde hebben gebracht.
Zijn missie naar Denemarken en Helgoland liep op een mislukking uit. Intussen zag hij door toedoen van de Friese vorst Redbad, die hij niet tot het Christendom had weten te bekeren, zijn levenswerk vernietigd worden: kerken en kloostertjes werden geplunderd, priesters gedood. Nu trok hij zich terug in de zuidelijke streken van ons land. Pas toen hier Redbad verslagen was door de Frankische vorst Karel Martel († 714), begon hij in de Friese gebieden aan de wederopbouw van het christendom. Hij was toen al op gevorderde leeftijd.
De laatste jaren van zijn leven bracht Willibrord vooral door in zijn geliefde klooster te Echternach. Daar stierf hij te Echternach, 80 jaar oud, volkomen uitgeput en opgebrand in de dienst van het evangelie.
Willibrordus is patroon van het Groothertogdom Luxemburg en van de plaats Echternach. In de Willibrordusbasiliek te Echternach is zijn leven uitgebeeld op een dertien ramen in de linker en rechter zijbeuk. Hij is patroon van de Nederlandse kerkprovincie (sinds 1939), van het bisdom Haarlem en het aartsbisdom Utrecht; van de Nederlandse plaatsen Oss, Deurne, Sint-Willebrord en Vlaardingen.
Bovendien is hij patroon van de bakkers (Nijmegen), van bier- en wijnhandelaren, caféhouders en herbergiers (vanwege de bronnen en de vele wijnwonderen); van toneelspelers en dansers (vanwege de springprocessie te Echternach); en van de arbeiders. Daarnaast is hij patroon van de Sint-Willibrordvereniging.
Zijn voorspraak wordt ingeroepen bij epilepsie en aanverwante ziekten. Hiermee schijnt de beroemde springprocessie samen te hangen, die elk jaar op zijn feest te Echternach door duizenden pelgrims wordt meegemaakt.
In de 13e eeuw werd de omgeving van Trier waar ook Echternach onder valt, door een epidemie van Sint-Vitusdans getroffen. Men begon pelgrimages naar Willibrordus’ graf te organiseren en riep zijn hulp in. De ziekte week. Sindsdien houdt men de herinnering aan dit wonder in ere met de ‘springprocessie’: drie stappen voorwaarts. twee achterwaarts, wiegend op de voorvoet.
(ontleend aan www.heiligen.net)