Bedevaart naar Kevelaer
Het is vroeg uit de veren op zaterdag 3 september, als we weer eens ter bedevaart naar Kevelaer mogen gaan, nadat de corona-maatregelen ons dat twee jaar verboden. Om 8.00 uur worden we bij de voormalige Pauluskerk verwacht, wat voor de in Lith vertrokken bus de tweede halte is om bedevaartgangers te laten instappen. We zijn ruimschoots op tijd, maar treffen er toch al een paar bekenden en het groepje zwelt aan.
Bij aankomst van de bus hoeven er naar ik meen slechts twee rollators geladen te worden, wat me verhoudingsgewijs minder voor komt dan eerdere jaren. Als de bus even later vertrokken is, kijk ik er eens in rond en denk dan: “ik hoor nogal eens beweren dat vrouwen ondervertegenwoordigd zijn, maar mocht iemand het hier over ondervertegenwoordiging hebben, dan moet het beslist over de mannen gaan.
De volgende opstapplaatsen zijn Berghem, Schaijk en als laatste Ravenstein, waar we erg hartelijk begroet worden door een paar bedevaartgangers, die we in 2017 ook in de diocesane bedevaart naar Lourdes in ons midden mochten hebben.
Kort na vertrek neemt onze reisleider Peter Stoltz het woord om allereerst Wout Heesen, die als bestuurslid afscheid neemt van de broederschap (Ravenstein) van bedevaarten naar Kevelaer, oprecht te bedanken voor het werk dat hij daarin jaren verzette. Ook Wieneke Visser uit Schaijk krijgt evenveel veren op haar hoedje gestoken voor haar veelzijdige inzet als zeer actieve contactpersoon binnen de parochie Schaijk. Beiden krijgen een welgemeend warm applaus. Hierna worden de buttons (groeps-herkenningsteken), een bescheiden drieluik met gebeden en gezangen voor de heenreis en het boekje en programma in Kevelaer uitgedeeld. Ook is er gelegenheid wat bij te dragen in de kosten van de kaars, die in Kevelaer in “haar kapel” aan Maria zal worden aangeboden.
Het vervolgens zingen van het openingslied “Samen op weg” voelt aan als het echte begin van onze bedevaart. Aansluitend bidden we het openingsgebed en lezen we uit ons drieluik met de volgende tekst de zin van “Op bedevaart gaan”: Op bedevaart gaan is zoals Abraham huis en dorp verlaten en hunkeren naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Het is uit de tent van zorgen en bekoringen komen om hoopvol te kijken naar de ster in de nacht. Het is met velen bidden bij de bron die Christus is om verlossing en vertrouwen om overgave en kracht om vrede en verzoening. Het is blij terugkeren met vernieuwd geloof met sterkere hoop en met grotere liefde naar dezelfde plicht. Dan gaan we samen met onze bezielende diaken Lamers, aan de hand van het drieluik, veel bidden om af te sluiten met het lied “Wees gegroet, o Sterre”. In Kevelaer aangekomen begeven we ons biddend en zingend in processie naar de Pax Christie kapel voor een hartelijk welkom door Pastoor Smulders uit Veghel en het wijden van de kaars. Voordat de eucharistie gevierd zal worden in de kathedraal, is er gelegenheid om in de stad een kopje koffie te gaan drinken.
In een eucharistieviering is de consecratie het hoogtepunt, dat door zang en rituelen (de liturgie), wordt gevierd en er kan/mag een preek/overweging worden gehouden. De gelegenheid daartoe wordt hier vandaag uitstekend benut en ik ervaar het als zeer passend dat de predikant, diaken Lamers uit Schaijk op een verhoging/preekstoel staat. Zijn betoog is er geen om gelijkvloers te worden afgestoken. Wel moeilijk om zo’n preek samen te vatten, om nog maar te zwijgen over het vuur en de overtuiging waarmee hij gebracht wordt. Dan maar niks over de inhoud zeggen? kan niet... dus toch maar. Als hij begint met te memoreren dat het ook in Kevelaer twee jaar stil was, maar dat de ontmoetingen die er in die coronatijd in het klein waren, ook niet vrij waren van spanningen, klinken zijn woorden als een aanklacht tegen de dwaze machtsstrijd die ertoe lijdt dat mensen wereldwijd voedsel tekortkomen, alles duurder en voor velen onbetaalbaar wordt. Met de klimaatcrisis, waaronder Gods schepping gebukt gaat, en die het gevolg is van menselijk consumentisme, maakt hij duidelijk dat die beproevingen niet Gods werk zijn. We bidden: “Breng ons niet in beproeving”, maar zijn niet altijd vol vertrouwen over de verhoring van ons gebed. Die beproevingen heeft de mensheid over zichzelf afgeroepen. Mocht God je beproeven. Dan is het niet om je te plagen, maar juist om je sterk te maken. Niet eerst zien en dan geloven, maar vertrouwen en het leven leven. Dan begint hij te zingen, Hemel en Aarde (melodie Edsillia Rombley/Ruth Jacott).
Dan roept hij de aanwezigen/pelgrims op tot het leven te leven zoals het door het woord van God verteld is en door Jezus Christus is voorgedaan. Dus niet eerst zien en dan geloven, maar geloven met vertrouwen zonder eerst te zien. Op dat geloven zonder te hebben gezien komt hij verderop terug met aanhaling van Maria’s “mij geschiede naar Uw woord.” Niet in de verste verte kon zij bevroeden wat de consequenties van haar instemming met het toekomstige verloop van haar leven zouden zijn. Ze geloofde en vertrouwde zonder te zien. Door onvoorwaardelijke ontvankelijkheid. Ontvankelijkheid wordt daarna teruggezien bij die beambte uit het evangelie die om de genezing van zijn zoon komt vragen en op Jezus’ woorden: “Ga maar uw zoon leeft.” volgt, mooi aansluitend bij het thema van deze bedevaart: “De hemel raakte de aarde aan.”
Verder bepaalt de uitdieping van ontvankelijkheid op extreem boeiende wijze het hele vervolg van de preek. Verhelderend daarin was zeker de aanhaling uit de bijbel: “Wie het koninkrijk van God niet als een kind ontvangt zal er zeker niet binnengaan.” In zijn woorden “ontraadt” hij schaamte voor ontvankelijkheid. Nogmaals noemt hij Maria’s volmondige “amen” om het Woord te ontvangen, dat vlees werd, mens en Zoon van God, Jezus, gekomen om hemel en aarde daadwerkelijk met elkaar te verbinden.
De eucharistieviering wordt met mooie zang opgeluisterd, waarvan ik, een beetje jammer, niet alle teksten in mijn boekje vind en na de viering verspreiden de pelgrims zich in de stad om wat eetbaars te vinden. Pas om 15.00 uur is de kruisweg en om 17.00 uur het lof in de Pax Christiekapel, waarmee de bedevaart wordt afgesloten. Men houdt zich keurig aan het oproep; na het lof rechtstreeks naar de bus en dan verloopt onze thuisreis weer voorspoedig. Onze reisleider, Peter Stoltz, verzamelt in de bus de buttons en boekjes en doet nog wat mededelingen, maar diaken Lamers heeft daarvoor ook nogal even de microfoon bediend. Hij hield beslist geen preek, maar zijn stichtende woorden zouden uitstekend in een preek passen. Verder geen bijzonderheden op onze thuisreis, waarbij Ravenstein, logisch, de eerste uitstapplaats is, wat over eersten en laatsten gesproken, bijbels aandoet. In Oss aangekomen wordt ons spontaan een lift naar huis aangeboden, een aanbod dat aardig enthousiast wordt aangenomen. Zo zijn we nog op tijd thuis voor het journaal van 20.00 uur. Ik ben ervan overtuigd namens alle deelnemende pelgrims te spreken, als ik, zonder namen te noemen de organisatie hartelijk bedank voor het regelen en verzorgen van deze bedevaart. Ze mogen het nog vaker doen!
Jan van Asseldonk