Grote Kerk Oss Heilig Hart Oss Willibrordus Berghem Servatius Megen Lambertus Haren Petrus' Banden Macharen
Grote Kerk Oss Heilig Hart Oss Willibrordus Berghem
Servatius Megen Lambertus Haren Petrus' Banden Macharen



Bedevaart naar Kevelaer

gepubliceerd: vrijdag, 30 september 2022

Het is vroeg uit de veren op zater­dag 3 sep­tem­ber, als we weer eens ter bede­vaart naar Kevelaer mogen gaan, nadat de corona-maat­regelen ons dat twee jaar verbo­den. Om 8.00 uur wor­den we bij de voor­ma­lige Paulus­kerk verwacht, wat voor de in Lith ver­trok­ken bus de tweede halte is om bede­vaart­gan­gers te laten instappen. We zijn ruim­schoots op tijd, maar treffen er toch al een paar beken­den en het groepje zwelt aan.

Bij aan­komst van de bus hoeven er naar ik meen slechts twee rollators gela­den te wor­den, wat me ver­hou­dingsge­wijs min­der voor komt dan eer­dere jaren. Als de bus even later ver­trok­ken is, kijk ik er eens in rond en denk dan: “ik hoor nogal eens beweren dat vrouwen onderver­te­gen­woor­digd zijn, maar mocht iemand het hier over onderver­te­gen­woor­diging hebben, dan moet het beslist over de mannen gaan.

De volgende opstap­plaatsen zijn Berghem, Schaijk en als laatste Ravenstein, waar we erg harte­lijk begroet wor­den door een paar bede­vaart­gan­gers, die we in 2017 ook in de dio­ce­sane bede­vaart naar Lourdes in ons mid­den mochten hebben.

Kort na vertrek neemt onze reis­lei­der Peter Stoltz het woord om aller­eerst Wout Heesen, die als bestuurslid afscheid neemt van de broe­der­schap (Ravenstein) van bede­vaarten naar Kevelaer, oprecht te bedanken voor het werk dat hij daarin jaren verzette. Ook Wieneke Visser uit Schaijk krijgt evenveel veren op haar hoedje gestoken voor haar veelzij­dige inzet als zeer actieve contact­persoon binnen de pa­ro­chie Schaijk. Beiden krijgen een welge­meend warm applaus. Hierna wor­den de buttons (groeps-herken­nings­te­ken), een be­schei­den drieluik met gebe­den en gezangen voor de heenreis en het boekje en pro­gram­ma in Kevelaer uitge­deeld. Ook is er gelegen­heid wat bij te dragen in de kosten van de kaars, die in Kevelaer in “haar kapel” aan Maria zal wor­den aan­ge­bo­den.

Het ver­vol­gens zingen van het ope­nings­lied “Samen op weg” voelt aan als het echte begin van onze bede­vaart. Aan­slui­tend bid­den we het ope­nings­ge­bed en lezen we uit ons drieluik met de volgende tekst de zin van “Op bede­vaart gaan”: Op bede­vaart gaan is zoals Abraham huis en dorp verlaten en hunkeren naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Het is uit de tent van zorgen en beko­ringen komen om hoop­vol te kijken naar de ster in de nacht. Het is met velen bid­den bij de bron die Christus is om verlos­sing en ver­trouwen om overgave en kracht om vrede en ver­zoe­ning. Het is blij te­rug­ke­ren met vernieuwd geloof met sterkere hoop en met grotere liefde naar dezelfde plicht. Dan gaan we samen met onze bezielende diaken Lamers, aan de hand van het drieluik, veel bid­den om af te sluiten met het lied “Wees gegroet, o Sterre”. In Kevelaer aange­ko­men begeven we ons bid­dend en zingend in pro­ces­sie naar de Pax Christie kapel voor een harte­lijk welkom door Pastoor Smul­ders uit Veghel en het wij­den van de kaars. Voordat de eucha­ris­tie gevierd zal wor­den in de ka­the­draal, is er gelegen­heid om in de stad een kopje koffie te gaan drinken.

In een eucha­ris­tie­vie­ring is de consecratie het hoogte­punt, dat door zang en rituelen (de li­tur­gie), wordt gevierd en er kan/mag een preek/over­we­ging wor­den gehou­den. De gelegen­heid daartoe wordt hier vandaag uits­te­kend benut en ik ervaar het als zeer passend dat de predi­kant, diaken Lamers uit Schaijk op een verho­ging/preek­stoel staat. Zijn betoog is er geen om gelijkvloers te wor­den afgestoken. Wel moei­lijk om zo’n preek samen te vatten, om nog maar te zwijgen over het vuur en de over­tui­ging waar­mee hij gebracht wordt. Dan maar niks over de inhoud zeggen? kan niet... dus toch maar. Als hij begint met te memoreren dat het ook in Kevelaer twee jaar stil was, maar dat de ont­moe­tingen die er in die corona­tijd in het klein waren, ook niet vrij waren van span­ningen, klinken zijn woor­den als een aanklacht tegen de dwaze machtsstrijd die ertoe lijdt dat mensen we­reld­wijd voedsel tekort­ko­men, alles duur­der en voor velen onbe­taal­baar wordt. Met de klimaat­cri­sis, waar­on­der Gods schep­ping gebukt gaat, en die het gevolg is van men­se­lijk consu­mentisme, maakt hij dui­de­lijk dat die be­proe­vingen niet Gods werk zijn. We bid­den: “Breng ons niet in be­proe­ving”, maar zijn niet altijd vol ver­trouwen over de verho­ring van ons gebed. Die be­proe­vingen heeft de mens­heid over zich­zelf afge­roe­pen. Mocht God je beproeven. Dan is het niet om je te plagen, maar juist om je sterk te maken. Niet eerst zien en dan geloven, maar ver­trouwen en het leven leven. Dan begint hij te zingen, Hemel en Aarde (melodie Edsillia Rombley/Ruth Jacott).

Dan roept hij de aanwe­zigen/pelgrims op tot het leven te leven zoals het door het woord van God ver­teld is en door Jezus Christus is voor­ge­daan. Dus niet eerst zien en dan geloven, maar geloven met ver­trouwen zon­der eerst te zien. Op dat geloven zon­der te hebben gezien komt hij ver­derop terug met aanhaling van Maria’s “mij geschiede naar Uw woord.” Niet in de verste verte kon zij bevroe­den wat de con­se­quenties van haar instem­ming met het toe­koms­tige verloop van haar leven zou­den zijn. Ze geloofde en ver­trouwde zon­der te zien. Door onvoor­waar­de­lijke ont­vanke­lijk­heid. Ontvanke­lijk­heid wordt daarna teruggezien bij die beambte uit het evan­ge­lie die om de gene­zing van zijn zoon komt vragen en op Jezus’ woor­den: “Ga maar uw zoon leeft.” volgt, mooi aan­slui­tend bij het thema van deze bede­vaart: “De hemel raakte de aarde aan.”

Verder bepaalt de uitdie­ping van ont­vanke­lijk­heid op extreem boeiende wijze het hele ver­volg van de preek. Verhel­de­rend daarin was zeker de aanhaling uit de bijbel: “Wie het ko­nink­rijk van God niet als een kind ont­vangt zal er zeker niet binnen­gaan.” In zijn woor­den “ontraadt” hij schaamte voor ont­vanke­lijk­heid. Nogmaals noemt hij Maria’s volmon­dige “amen” om het Woord te ont­van­gen, dat vlees werd, mens en Zoon van God, Jezus, geko­men om hemel en aarde daad­wer­ke­lijk met elkaar te verbin­den.

De eucha­ris­tie­vie­ring wordt met mooie zang opge­luis­terd, waar­van ik, een beetje jammer, niet alle teksten in mijn boekje vind en na de vie­ring ver­sprei­den de pelgrims zich in de stad om wat eet­baars te vin­den. Pas om 15.00 uur is de kruis­weg en om 17.00 uur het lof in de Pax Christie­ka­pel, waar­mee de bede­vaart wordt af­ge­slo­ten. Men houdt zich keurig aan het oproep; na het lof recht­streeks naar de bus en dan verloopt onze thuis­reis weer voorspoe­dig. Onze reis­lei­der, Peter Stoltz, verzamelt in de bus de buttons en boekjes en doet nog wat mede­de­lingen, maar diaken Lamers heeft daarvoor ook nogal even de micro­foon bediend. Hij hield beslist geen preek, maar zijn stichtende woor­den zou­den uits­te­kend in een preek passen. Verder geen bij­zon­der­he­den op onze thuis­reis, waarbij Ravenstein, logisch, de eerste uitstap­plaats is, wat over eersten en laatsten ge­spro­ken, bijbels aandoet. In Oss aange­ko­men wordt ons spon­taan een lift naar huis aan­ge­bo­den, een aanbod dat aar­dig en­thou­siast wordt aan­ge­no­men. Zo zijn we nog op tijd thuis voor het jour­naal van 20.00 uur. Ik ben ervan overtuigd namens alle deel­ne­mende pelgrims te spreken, als ik, zon­der namen te noemen de organi­sa­tie harte­lijk bedank voor het regelen en ver­zorgen van deze bede­vaart. Ze mogen het nog vaker doen!

Jan van Asseldonk

Fotoserie

Klik op een foto voor een uitvergroting.




Gerelateerde nieuwsberichten

woensdag, 10 augustus 2022Bedevaart naar Kevelaer